Toelichting voor de gespreksleider
In deze les is nadrukkelijk aandacht voor het delen van ervaringen met tradities in brede zin en voor het (her)kennen van de Nederlandse decembertradities. Doel van de les is om na te denken over de betekenis van tradities en hoe die kunnen verschillen en veranderen.
Als je merkt dat het woord ‘traditie’ bij de leerlingen nog onbekend is, kun je gezamenlijk de betekenis opzoeken of gedurende de les steeds spreken over ‘gewoontes en tradities’ waar ‘traditie’ genoemd staat. In strikte zin is een traditie een gewoonte die over generaties heen wordt overgedragen – maar daar is in principe dus al sprake van wanneer kinderen en hun (groot)ouders er samen bepaalde gewoontes op na houden.
Gespreksregels
Leid het filosoferen in. Maak de kring zo, dat de leerlingen tijdens de les een video kunnen bekijken op het bord. Benoem welke gespreksregels je hanteert in de kring.
Start: ervaringen delen
Bespreek in de groep welke feesttradities de kinderen van huis uit kennen. Dat kan gaan over sinterklaas, kerst of oud en nieuw, maar natuurlijk ook over (licht)feesten uit andere dan de christelijke religies, zoals chanoeka (uit het jodendom), divali (uit het hindoeïsme) of het Mouloudfeest (uit de islam). Verjaardagstradities zijn eveneens een prima voorbeeld.
Geef de leerlingen voldoende tijd om te vertellen, zodat zij op die manier ook leren over elkaars tradities.
Toespitsen: Nederlandse decembertradities
Je kunt vervolgens het gesprek toespitsen op tradities rondom sinterklaas of kerst – omdat op de meeste Nederlandse scholen in december aandacht is voor sinterklaas en kerst.
Stel eerst de vraag: Welke oude tradities horen volgens jullie bij sinterklaas / bij kerst?
Sluit je met je gesprek aan bij sinterklaas? Bekijk dan nu de video op SchoolTV over het schilderij ‘Het Sint-Nicolaasfeest’ van Jan Steen (link). Benoem dat dit een video uit 2017 is.
Sluit je met je gesprek aan bij kerst? Bekijk dan nu de video op SchoolTV over de herkomst van de kerstboom (link).
Stel aansluitend de vraag: Zijn er inmiddels nieuwe tradities bij het sinterklaasfeest / bij het kerstfeest? Welke zijn dat?
Vervolgvragen voor verdieping
Filosofeer tot slot aan de hand van (enkele van) de volgende verdiepende vragen.
- Denk je dat tradities belangrijk zijn? Waarom (niet)?
- Helpen tradities om een feest te vieren? Hoe zou je een feest vieren als je geen tradities had?
- Waarom denk je dat tradities soms veranderen? Is het nodig dat tradities veranderen?
- Is iedereen het ermee eens als tradities veranderen? Waarom is verandering soms moeilijk?
- Welke sinterklaastradities / kersttradities (of tradities van de kinderen thuis) zijn de belangrijkste – welke zouden altijd moeten blijven bestaan?
Afsluiting
Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.