Skip to content
Menu

Gedicht ‘Berencadeau’ – Filosoferen over cadeaus

Introductie

Neem eventueel ter illustratie van het gedicht een teddybeer mee, ingepakt in cadeaupapier. Start de les door het cadeau de kring rond te laten gaan. De kinderen mogen voorzichtig voelen en luisteren aan het cadeau en raden wat erin zit.
Lees vervolgens het gedicht ‘Berencadeau’ voor uit de bundel ‘Jij en ik en mijn rode fiets’ van J. Wieslander (Querido 2010). Doe dat tweemaal, zodat alle kleuters het goed kunnen volgen.
Een mooie muzikale versie van het gedicht is te beluisteren op Youtube (link).

Alternatieve introductie

Pak een aantal verschillende voorwerpen in (afkomstig uit de klas), die door hun omvang of gewicht tot de verbeelding spreken: iets heel kleins, iets groots, iets zachts, iets zwaars. Varieer ook in pakpapier: vrolijk gekleurd, sjiek met goud en glitters, eenvoudig en saai en één cadeau in krantenpapier.

Leg de cadeaus in het midden van de kring. Vraag één van de leerlingen als verkenner: hij of zij mag in de kring de cadeaus van dichterbij bekijken, aanraken en oppakken en aan de groep vertellen wat hij of zij ontdekt.
Vraag vervolgens een andere leerling om de cadeaus op volgorde te leggen. Eerst van groot naar klein, daarna van de mooiste en bijzonderste naar de minst leuke. Welk cadeau zou deze leerling het liefst willen uitpakken en waarom? En hoe denken de anderen daarover? 

Onthul tot slot dat het geen echte cadeaus zijn, maar spullen uit het klaslokaal. Je hebt de kinderen een beetje gefopt.

Gespreksregels

Benoem voor de jongste kleuters bij elk gesprek opnieuw wat de werkwijze en het doel van het filosoferen is, bijvoorbeeld: Er zijn vragen waar we samen over nadenken. We vertellen elkaar in de kring wat we denken. Alle antwoorden zijn goed en iedereen doet mee.
Geef enkele eenvoudige gespreksregels aan.

Filosofische vragen

Filosofeer samen aan de hand van (enkele van) de volgende vragen.

  • Wat is een cadeau? Wanneer is iets een cadeau?
  • Wat is het mooiste cadeau dat jij ooit hebt gekregen? Waarom?
  • Kan alles een cadeau zijn?
  • Is een fopcadeau een leuk cadeau om te krijgen? Waarom (niet)?
  • Is een fopcadeau een leuk cadeau om te geven? Waarom (niet)?
  • Welke cadeau kun je niet inpakken?
Afsluiting

Sluit het gesprek af met een korte samenvatting.

Verantwoording

Gedicht: J. Wieslander
Vertaling: H. Hagen, M. Hagen, M. Törnqvist
uit: ‘Jij en ik en mijn rode fiets’
Querido, Amsterdam 2010.